De oorlog van Frits.
De wereld stond voor een oorlog. Een oorlog waarin ook Philips een rol heeft vervuld. In 1996 is Frits Philips op de Israëlische ambassade in Den Haag geëerd met een Yad Vashem-medaille, getiteld ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’. Hij kreeg die onderscheiding omdat 382 van de 496 gedeporteerde Joodse Philips-medewerkers levend zijn teruggekeerd. Maar datzelfde bedrijf leverde voor en tijdens de oorlog ook behoorlijk wat producten aan de Duitsers.
Philips was ruim voor de oorlog al Europa’s grootste fabrikant van radiobuizen. Duitsland was een be-langrijke markt in die tijd. In 1934 kwam Hitlers herbewapeningsprogramma op gang. Philips-bedrijven waren er snel bij en leverden navigatie- en communicatieapparatuur voor het Duitse leger. Later volgde onder andere nog zend- en ontvangstapparatuur voor de Duitse marine en de ontwikkeling van zoek-lichten. Philips heeft in de jaren dertig een grote rol gespeeld bij de opbouw van Hitlers oorlogsmachine. Toen in 1940 de Duitsers Nederland binnenvielen, vluchtte bijna de gehele directie van Philips naar Engeland. Frits Philips bleef tegen ieders verbazing achter. Als 35-jarige directeur moest hij zich ontfer-men over zijn bedrijf en zijn werknemers. Natuurlijk onder toezicht van de Duitse bezetters, die het toen voor het zeggen hadden.
In het concentratiekamp Vught verrichtte een speciale groep gevangenen productiewerk voor Philips. De bouw van kamp Vught startte, op bevel uit Berlijn, in de zomer van 1942. Daarmee profiteerde Phi-lips van de dwangarbeid, maar het bedrijf bood de gevangenen, onder wie veel Joden, zo ook be-scherming. En dat spaarde uiteindelijk honderden mensenlevens. De rol van Philips was kronkelachtig, maar veel van de Joodse Philips-medewerkers hebben de gaskamers ontlopen.
